Home
1
2
3
Jacob Hooy (1722-1788) werd geboren in de Amsterdamse Lange Leidsedwarsstraat. Hij was de zoon van Willem Hooy, een sleper, die destijds de kost verdiende met 'het vervoeren van koopmanschappen en persoonen met paard en sleede' vanaf het Leidseplein. Jacob trouwt op 26 maart 1747 met Dina Roosevoort. Hij woont dan nog in de Lange Leidsedwarsstraat. Na zijn huwelijk gaat hij wonen in de Barndesteeg, vlak bij de plek die bijna een eeuw eerder door de 'Edele Heren van den Gerechte' was aangewezen als Amsterdams enige medicinale kruidenmarkt: het stukje Kloveniersburgwal tussen Barndesteeg en Koestraat, bij de Nieuwmarkt. De hoveniers van Rijnsburg, Noordwijk en Hillegom werd toegestaan hier hun geneeskrachtige kruiden te verkopen, die wekelijks werden aangevoerd door de Noordwijkse kruidenschuit. Pas op 28 oktober 1778 verwierf Jacob Hooy voor 17 mille in contanten, 'een huys en erve geleegen op de Colveniersburgwal tusschen de Koestraat en de Barndesteeg, het derde huys van de hoek',.het huidige winkelpand Kloveniersburgwal 12. Zoon Hendrik, geboren in 1751, trouwde in 1779 met Alida Duijndam, dochter van een belangrijke kruidenkweker uit Noordwijk en vanaf die tijd werden de Noordwijker kruiden verkocht in de winkel op de Kloveniersburgwal.
Na het overlijden van Jacob Hooy in 1788 vond een taxatie plaats van de in zijn vier pakhuizen opgeslagen handelswaar. Aangetroffen werden ondermeer: vaten met papaverbloemen en papaverzaad, kamillebloesem, thym-, laurier- en pepermuntbladeren. Lavaszaad dat met brandewijn tot een likeur werd gedistilleerd. Echte engelwortel en baaltjes jeneverbessen. Noordwijker salviabladen en Franse rosmarijn, de grondstof van rosmarijnzalf tegen gewrichtspijn. Een kistje Kaapse aloë's, Antilliaanse boombast, specerijachtig van reuk en bitter van smaak, gebruikt als tonicum. Een baaltje klein hoefblad en een vat gemalen zoethout. Sennabladeren, een populair purgeermiddel. Gezegende distel waarvan het aftreksel (vergeefs) tegen suikerziekte werd aangewend. Kalmoes, wormkruid en galengawortel, uit de familie der gemberachtigen. Franse lavendel en Maagdenburger anijs, een vat meloenpitten en een vat gemalen gember. En ... een opgezette krokodil. Al in 1798 verkoopt Jacob's zoon Hendrik de kruidenhandel aan derden. Opvolgers waren: Lucas Lans, Johan Fenema en Hendrik Jansen. Op 1 juni 1846 wordt Jan Christoffel Oldenboom (geb. A'dam 1828) eigenaar van de 'handel in Noordwijker kruiden, drogerijen en verfwaren'. Sinds die tijd is de zaak onafgebroken overgegaan van vader op zoon, met behoud van de naam Jacob Hooy.
Bij de overname van de winkel stuurde Jan Christoffel Oldenboom de volgende brief (nog in het bezit van de familie) naar klanten en relaties:
Amsterdam, den 1sten Juni 1846
Ik heb de eer UEd. Kennis te geven, dat ik den Handel in Noordwijker kruiden, drogerijen, verfwaren, enz., door den Heer HENDr. JANSEN tot den 31sten Mei 1846 onder de Firma van Jacob Hooy & Co., op de Kloveniersburgwal bij de Nieuwmarkt, alhier gedreven, op heden heb overgenomen en aanvaard, en denzelven, met den door mij in dezelfde vakken en op eigen naam uitgeoefend wordende Handel, heb vereenigd, en alzoo gecombineerd ter plaatse voormeld en onder de
Firma van Jacob Hooy & Co. zal voortzetten.
Dankbaar voor het vertrouwen mij tot heden geschonken, neem ik de vrijheid, mij door deze bij vernieuwing in Uwe protectie aan te bevelen.
UEd. Verzoekende van mijne onderstaande Handteekening nota te willen nemen, heb ik de eer mij met achting te noemen
UEd. Dw. Dienaar J.C. Oldenboom
'Winkel der firma Jacob Hooy & Co, Kloveniersburgwal 12' Tekening H. Royaards, 1936
Medewerker Piet Heerschop mengt kruiden in de oude koperen bascule uit 1743, die Jacob Hooy waarschijnlijk tussen 1747 en 1778 gebruikt heeft, toen hij nog op de medicinale kruidenmarkt stond op de Kloveniersburgwal. Foto 1952
Dichtbij de winkel van Jacob Hooy, op de Nieuwmarkt 24, was van 1916 - 1987 'Het kruidenhuis' gevestigd van Willem Bijlsma en zijn zoon. De laatste was lid van de Ned. Ver. van Geneeskruiden Onderzoek.
